Zorgen voor een pasgeboren puppy: 5 dingen die goed zijn om te weten

3. Zogen en voeding

Gedurende de eerste weken zijn puppy's volledig afhankelijk van hun moeder voor hun voeding. Zogende moeders verbruiken veel energie, zelfs al zijn ze in deze periode wat minder actief. Daarom hebben ze per dag meer calorieën nodig dan normaal, schrijft het LICG. Om er zeker van te zijn dat zowel de moeder als de puppy's tijdens het zogen de juiste voeding binnenkrijgen, geef je de moeder gedurende de dag meerdere porties hoogwaardig puppyvoer. De dierenarts kan het soort en de hoeveelheid voer aanbevelen die de zogende moeder nodig heeft.

Het is belangrijk om gedurende deze tijd het gewicht van de puppy's in de gaten te houden. Als je opmerkt dat een van de puppy's niet genoeg voeding binnenkrijgt, moet je ervoor zorgen dat hij bij het zogen de volste tepel krijgt. Puppy's die vaak huilen of jammeren kunnen honger hebben; deze hebben tijdens het zogen meer aandacht nodig.

Als de kleinere puppy's nog steeds niet op een gezonde manier groeien of aankomen, neem je contact op met de dierenarts. Het is misschien nodig om ze met de fles te voeren. Het is ook belangrijk om in de gaten te houden of de moeder melkklierontsteking krijgt, schrijft AniCura. Dit kan de melkproductie negatief beïnvloeden. Tekenen van melkklierontsteking zijn rode en gezwollen tepels en niet willen zogen. De moeder kan zelfs uithalen naar puppy's die proberen te drinken. Als je deze tekenen opmerkt, neem je direct contact op met de dierenarts.

Tegen de vierde of de vijfde week beginnen de puppy's tandjes te krijgen. De melkproductie wordt minder en het speenproces begint. Zodra je merkt dat de puppy's van moeders voer beginnen te eten, is het tijd om ze een eigen bakje puppyvoer voor te schotelen. In het begin kan je de brokjes weken in warm water, zodat ze zachter worden.

4. Gezondheid

Jonge puppy's zijn vatbaar voor ziektes en infecties, dus je moet ze goed in de gaten houden. Pasgeboren puppy's moeten regelmatig gecontroleerd worden op infecties of andere gezondheidsproblemen. Rapporteer alles wat ongewoon is aan de dierenarts, zoals braken, diarree of een puppy die niet kan staan.

Kleine puppy's zijn volgens Blue Cross ook bijzonder gevoelig voor vlooien en andere parasieten, dus praat met de dierenarts over manieren om parasieten te voorkomen. Hoewel de antilichamen die ze via het zogen binnenkrijgen ze in de eerste weken tegen ziekte zullen beschermen, raken deze antilichamen na zes tot acht weken uitgewerkt. Op dat moment hebben ze hun eerste ronde inentingen nodig. Zorg ervoor dat jij, je familieleden en je gasten hun handen grondig wassen voor ze in contact komen met deze puppy's. Zo verklein je het risico dat ze ziek worden vanwege schadelijke bacteriën op je handen. Het is ook een goed idee om in huis geen schoenen te dragen - of op zijn minst alleen schone/bedekte schoenen - zodat schadelijke bacteriën en virussen van buiten niet naar binnen komen.

5. Socialisatie

Tegen de vierde week zijn de puppy's klaar om met mensen en andere honden te socialiseren. Het LICG schrijft dat puppy's tussen de vierde en (ongeveer) de twaalfde week erg open zijn. In deze periode leren ze hoe ze moeten leven in deze wereld als goed aangepaste, gelukkige honden. Slecht gesocialiseerde puppy's zijn als volwassen honden vaak nerveus of kunnen gedragsproblemen krijgen. Dus of je de puppy's nu zelf wilt houden of je ze naar een nieuw thuis stuurt, is het belangrijk om ze te knuffelen en met ze te spelen, ze op ontdekking uit te laten gaan en ze zo veel mogelijk nieuwe ervaringen te bieden.

Pasgeboren puppy's brengen een hoop werk met zich mee, maar deze eerste paar weken vliegen voorbij. Als je puppy's geadopteerd worden, zul je snel afscheid moeten nemen - een bitterzoet moment. Geniet van de puppy's zolang je ze hebt. Wanneer het tijd is voor hun vertrek, zal je voldoening voelen dat je ze een zo goed mogelijke start hebt gegeven.