Wat is het kleinehondensyndroom?
Bekijk voeding voor jouw huisdier
Bekijk voeding voor jouw huisdier
Bekijk voeding voor jouw huisdier
Gedraagt je kleine hond zich slecht en luistert hij niet naar jou? Grappen je vrienden dat hij "een grote persoonlijkheid in een klein lichaam" is? Zo ja, dan is dat een beleefde manier om te zeggen dat je kleine hond aan het 'kleinehondensyndroom' lijdt. Hoewel het kleinehondensyndroom niet wetenschappelijk gedefinieerd is, is het zeker iets wat wij dierenartsen in onze kliniek tegenkomen en wat baasjes van kleine honden herkennen.
Het kleinehondensyndroom is een verzameling gedragingen, met daarin o.a:
Tegen mensen op springen.
Naar mensen, andere honden en voorwerpen (zoals kinderwagens) uitvallen en tegen ze blaffen.
Ongehoorzaam zijn en niet naar het baasje luisteren.
Agressie, zoals bijten, grommen of happen.
Op meubels springen.
Niet aan de lijn willen lopen.
Veel mensen tolereren dit soort gedrag van kleine honden of verwachten het zelfs, terwijl we het bij grotere honden niet zouden accepteren. Zo ontstaat een groot deel van dit gedrag omdat wij baasjes kleine honden niet op dezelfde manier behandelen als grotere honden. Hier volgen een aantal voorbeelden van hoe dit kan gebeuren...
Laten we zeggen dat je je hond aan het uitlaten bent en je een grotere hond ziet. Je wil je kleine hond misschien oppakken om te voorkomen dat hij gewond raakt, maar hij zal aanvoelen dat je angstig bent en leren dat een ontmoeting met een grotere hond een bedreiging vormt. Als dit voortdurend bevestigd wordt, zal hij elke keer angst en agressie voelen in soortgelijke situaties. Deze mentaliteit kan snel geworteld raken. Na een tijdje zal je kleine hond al voordat de situatie zich voordoet beginnen te grommen en te blaffen.
Bovendien is er de 'klein en schattig'-factor! Als een grote hond tegen mensen op springt of naar ze uitvalt, is dit beangstigend en misschien zelfs gevaarlijk, ook al bedoelt de hond het goed. Dit soort gedrag wordt daarom vanaf heel jonge leeftijd gecorrigeerd. Maar een schattige kleine puppy die naar je enkels hapt? Dit kan niet zoveel kwaad in vergelijking, dus de kleine hond komt weg met dingen die een grotere hond niet mag doen. Net als een verwend kind leert hij dat hij kan doen wat hij wil, zonder gevolgen.
Wat kan je doen tegen het kleinehondensyndroom?
Net zoals bij veel andere dingen, is voorkomen beter dan genezen. Wees zorgvuldig bij het uitkiezen van een puppy: kijk naar het gedrag van de ouders en hoe de puppy's op jonge leeftijd op jou reageren. Wanneer je puppy bij jou in huis komt, kan je het met de dierenarts hebben over socialisatielessen. Zo kan je puppy veilig honden van allerlei groottes en verschillende soorten mensen ontmoeten en leren dat hij zonder problemen met ze kan omgaan. Probeer je voor te stellen dat je hond net zo groot is als een Labrador. Zou je willen dat hij bij je op schoot springt, tegen iemand op springt op straat of niet terugkomt wanneer je hem roept? Nee!
Goede training, socialisatie en gewenning zijn essentieel voor alle honden, zodat ze gelukkige, goed aangepaste familieleden kunnen zijn, ongeacht hun grootte. Het is ook beter voor je hond. Hij zal zich op de lange termijn kalmer en minder angstig voelen als hij vanaf het begin met vaste regels en grenzen te maken heeft. Denk er wel altijd aan om beloningen te gebruiken om gewenst gedrag te stimuleren, in plaats van ongewenst gedrag te bestraffen.
Als je maatje al tekenen van het kleinehondensyndroom vertoont, kan je het beste zo snel mogelijk hulp zoeken. Gedragsproblemen kunnen gecorrigeerd worden, maar hoe langer ze voortduren, hoe moeilijker het is. Vraag altijd de dierenarts om een gekwalificeerde gedragsdeskundige aan te bevelen. Dit beroep is in veel landen niet gereguleerd, dus controleer goed of je met een expert te maken hebt. Accepteer nooit negatief, op straf gebaseerd advies over training.
Kleine honden hoeven geen last te hebben van het kleinehondensyndroom en ze kunnen geweldige gezelschapsdieren en familieleden zijn. Jij kan hier als baasje een grote rol bij spelen.
Gecontroleerd door Dr. Hein Meyer, DVM, PhD, Dipl-ECVIM-CA