Hondenvoer voor verschillende levensfasen: voeding van de jonge jaren tot de ouderdom

Geschreven door
minuten leestijd

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Het hebben van een hond kan een groot plezier zijn en mensen nemen zowel jonge, frisse puppy's in huis als geadopteerde oudere honden, die zo hun laatste jaren in een liefhebbende omgeving kunnen doorbrengen. Welke leeftijd je hond ook heeft, voeding is een van de belangrijkste dingen om de juiste kennis over te hebben. Goede voeding creëert gezonde botten en spieren, maar het kan ook het verschil maken voor de ontwikkeling van de hersenen en de organen en zelfs van invloed zijn op hoe goed honden getraind kunnen worden.

Alle dieren en mensen maken verschillende levensfasen door. Wanneer onze honden groeien, zich ontwikkelen en ouder beginnen te worden, veranderen ook hun voedingsbehoeften. Voor baasjes is het belangrijk om deze levensfasen te herkennen en hun voer al naar gelang aan te passen; zo blijven ze slank, gezond en in goede conditie. Hondenvoer voor een bepaalde levensfase groeit met je hond mee, dus het is belangrijk dat je begrijpt wat hij nodig heeft vanaf puppy- tot seniorenleeftijd.

Wat zijn de voedingsbehoeften van honden?

Honden houden ervan om met hun baasje te spelen en daar hebben ze energie voor nodig. Voedingsstoffen zijn stoffen die uit voedsel worden verkregen en als energiebron worden gebruikt voor de functies van het lichaam. Voedingsstoffen zijn essentieel voor de groei van een dier en kunnen worden beschouwd als onderhoudsmiddelen om je hond in optimale gezondheid te houden. Net zoals je auto benzine (en andere soorten onderhoud) nodig heeft om te rijden, heeft je hond ook voer nodig om actief te blijven.

Er zijn verschillende soorten voedingsstoffen die je hond in zijn voeding nodig heeft: eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen, mineralen en water. Het kiezen van een compleet en gebalanceerd voer dat deze voedingsstoffen bevat, is wat jonge honden zal helpen groeien en oudere honden zal helpen gezond te blijven. De levensfasen van honden zijn grofweg onder te verdelen in:

  • Puppy's - pasgeboren puppy's (0-8 weken)

    • Kleine/middelgrote rassen 2-12 maanden, grote/reuzenrassen 2-12/18 maanden

  • Volwassen honden

    • Kleine/middelgrote rassen 1-6 jaar, grote/reuzenrassen 12/18 maanden tot 5 jaar

  • Rijpere honden

    • Kleine/middelgrote rassen 7-10 jaar, grote/reuzenrassen 6-8 jaar

  • Oudere honden

    • Kleine/middelgrote rassen 11+ jaar, grote/reuzenrassen 9+ jaar

Pasgeboren puppy's

Wanneer honden pas geboren zijn en gedurende de daaropvolgende weken, komt hun volledige voeding van de melk van hun moeder. Dit is ook belangrijk voor hun immuunsysteem, aangezien de antilichamen van de moeder ook de puppy's horen te beschermen. Indien de moeder echter ziek is of de puppy's wees zijn, zal aan de jonge puppy's een commerciële melkvervanger moeten worden gegeven. De dierenarts kan je informeren over het kiezen van een vervanger. Ook kan hij je helpen met hoe je pasgeboren puppy's die geen melk van hun moeder krijgen kan voeden.

Uiteindelijk zullen ze beginnen met spenen en in plaats van de moedermelk vaste voeding beginnen te verteren. Tijdens de lactatie dient de moeder van de puppy's extra puppyvoer te krijgen om haar alle calorieën te verschaffen die ze nodig heeft om zichzelf en haar puppy's te voeden. Dit kan nat- of droogvoer zijn, zolang het maar compleet en gebalanceerd is. Naarmate de puppy's opgroeien zullen ze op natuurlijke wijze het voer beginnen te ontdekken en hun moeder na te doen. Als de moeder droogvoer eet, kan het de puppy's helpen om het eerst nat te maken, zolang hun tanden nog erg klein zijn. Naarmate de puppy's groeien zullen ze steeds meer vast voedsel beginnen te eten en steeds minder melk beginnen te drinken. De moeder zal ze ook weldra beu zijn en zichzelf steeds langer van ze verwijderen. Rond de 8-9 weken horen de meeste puppy's gespeend te zijn en klaar te zijn om naar hun nieuwe thuis te gaan.

Puppy's (2-12 maanden)

Zodra de puppy's gespeend zijn, zullen ze al hun voeding uit hondenvoer halen, dus kies iets dat niet alleen lekker is, maar ook gezond. Opgroeien en je ontwikkelen is hard werk en puppy's hebben een heleboel energie nodig. Daarom bevat voeding voor jonge honden meer eiwitten, meer calorieën en meer van enkele andere voedingsstoffen, zoals vetzuren en calcium om een gezonde groei en de ontwikkeling van de organen te ondersteunen. De maag van een puppy is relatief klein, dus hebben ze meerdere kleine maaltijden per dag nodig. De dierenarts kan je vertellen hoeveel maaltijden een puppy van een bepaalde leeftijd nodig heeft. Sommige mensen verminderen het aantal maaltijden tot twee wanneer een hond volwassen wordt, maar er is geen goede reden om niet meerdere maaltijden te blijven geven, zolang de totale hoeveelheid maar goed opgedeeld wordt en de hond slank blijft.

Er zijn tegenwoordig enorme verschillen in grootte en verschillende honden hebben verschillende voeding nodig. Grote rassen zijn in het algemeen zwaarder dan 25 kg wanneer ze volwassen zijn. Deze honden horen langzamer te groeien dan kleine honden, opdat hun gewrichten en botten gezond blijven. Zorg er altijd voor dat je deze honden een voer geeft dat speciaal bedoeld is voor puppy's van grote rassen. Vraag het aan de dierenarts als je het niet zeker weet.

Verwacht dat puppy's in het begin met hun eten zullen spelen. Hoewel eten begint als een spelletje, zullen jonge honden genieten van de smaak en zich verheugen op de smaken en sensaties van het kauwen. Zoals gezegd kan het in het begin helpen om droogvoer een beetje vochtig te maken, zodat je hond er gemakkelijk op kan kauwen.

Het is gedurende het hele leven erg belangrijk om regelmatig het gewicht te controleren, maar met name van de geboorte tot aan de volwassenheid. Dit helpt om er zeker van te zijn dat je puppy's op de juiste manier groeit en niet te snel. Groeidiagrammen zijn hier heel erg nuttig bij. Het is ook belangrijk om regelmatig het gewicht en de lichaamsconditie te laten controleren bij de dierenarts, zodat je puppy mooi slank blijft. Slanke puppy's worden meestal slanke volwassen honden en vice versa, dus als ze slank blijven is dat hun hele leven lang goed voor hun gezondheid.

Jackrussellterriër-puppy eet uit een zilveren voerbak.

Volwassen honden (1-6 jaar)

De meeste kleine en middelgrote honden zijn volwassen als ze ongeveer één jaar oud zijn. In deze levensfase hebben honden voeding nodig die hun lichaam onderhoudt, dus het is belangrijk om over te stappen op een voer voor volwassen honden. Het skelet van zeer grote en reuzenrassen kan 18-24 maanden nodig hebben om te volgroeien, dus vraag de dierenarts wat de beste tijd is om van puppyvoer over te stappen op voer voor volwassen honden.

Voer voor volwassen honden is gebaseerd op grootte en activiteitsniveau, dus een extreem actieve hond heeft andere voedingsbehoeften dan een minder actief schoothondje. Stel je het verschil voor in de caloriebehoefte tussen iemand die de hele dag aan een bureau zit en een marathonloper!

Als je je afvraagt hoeveel je je hond te eten moet geven, kan je dat het beste aan de dierenarts vragen, maar geef hem nooit te veel eten.

Als je eenmaal hebt gekozen voor een voer dat het beste bij je hond past, bedenk dan dat andere elementen, zoals de temperatuur, van invloed zijn op veranderingen in de voedingsbehoeften van je hond. Extreme hitte en kou vragen meer energie van je hond, wat hij moet compenseren met zijn voer. Ook een verandering van activiteit, zoals het beginnen met lichaamsbeweging, zal van invloed zijn op de hoeveelheid of het soort voer dat je je hond dient te geven.

Omdat volwassen honden niet dezelfde voedingsstoffen nodig hebben om te groeien als puppy's, is het het beste om je volwassen hond voer te geven dat speciaal is samengesteld voor de behoeften van volwassen honden. Als je je volwassen hond puppyvoer blijft geven als hij eenmaal volgroeid is, kan dat leiden tot gewichtsproblemen, omdat puppyvoer meestal rijk is aan voedingsstoffen en calorieën die bedoeld zijn voor de groei.

Rijpere honden (7-10 jaar)

Ook deze levensfase is afhankelijk van het ras. In het algemeen geldt: hoe groter de hond, hoe korter de levensduur. Een Duitse Dog is op een leeftijd van 7 jaar al ouder, terwijl een hond van 15 kg van een gemengd ras dan nog als rijper wordt beschouwd. Vraag de dierenarts om advies over de levensfase van je individuele hond.

Deze levensfase wordt vaak over het hoofd gezien. Hoewel je hond nog veel leven in zich heeft en het waarschijnlijk geen probleem vindt om met je te spelen en te bewegen, kan je merken dat hij het wat rustiger aan begint te doen en dat zijn speelsessies niet meer zo lang duren als vroeger. Honden zijn in dit opzicht niet anders dan mensen. Net zoals wij trager worden naarmate we ouder worden, worden zij dat ook. Het is dus van vitaal belang dat we hun voedsel geven die aan hun volwassen behoeften voldoet. Omdat je hond in deze fase van zijn leven langzamer is geworden, heeft hij meer voedingsstoffen nodig voor een gezond onderhoud van organen, botten en spieren. Voer dat is afgestemd op hun behoeften op deze leeftijd zal hen jong en actief houden. 

Hoe ouder ze worden, hoe minder calorieën ze over het algemeen nodig hebben. Veel mensen merken dat ze wanneer ze 40 worden plotseling overal van beginnen aan te komen! Hetzelfde geldt voor rijpere honden. Voer voor deze levensfase bevat meestal minder calorieën, maar meer vezels, zodat je hond zich nog steeds verzadigd voelt. Opnieuw geldt: regelmatige gewichtscontroles zijn erg belangrijk. Niet alleen om zijn hoeveelheid voer aan te passen, maar ook om tekenen van problemen zoals obesitas vroeg op te merken. Gewichtsverlies is ook iets om op te letten bij deze controles. Gewichtsverlies kan het eerste subtiele teken zijn van allerlei aandoeningen van oudere honden, dus als je het vroegtijdig opmerkt kan dit zijn leven redden.

Oudere honden (10+ jaar)

Een hond bereikt zijn seniorenleeftijd meestal rond de leeftijd van 10 jaar, maar ook dit kan verschillen al naar gelang de grootte en het ras van de hond. Elke hond is anders, dus vraag bij zijn jaarlijkse controle of je hond de seniorenleeftijd heeft bereikt of bijna heeft bereikt.

Wanneer je hond ouder wordt, veranderen zowel zijn voedingsbehoeften als zijn lichaam. De spijsvertering wordt bijvoorbeeld vaak flink trager, dus veel oudere honden hebben net als rijpere honden geen voer nodig dat rijk is aan calorieën. Een voer voor oudere honden houdt hier rekening mee en is speciaal samengesteld om je hond te helpen zijn normale lichaamsfuncties en mobiliteit te behouden. Sommige oudere honden kunnen moeite hebben om op gewicht te blijven. Soms is dit omdat ze gewoonweg vet verliezen, maar vaak is het omdat ze spiermassa kwijtraken. Dit is, net als bij mensen, een ouderdomsaandoening die sarcopenie heet. Het verlies van slanke spiermassa kan problematisch zijn, omdat je hond zwakker wordt en in een vicieuze cirkel van spierverlies en zwakte terechtkomt. De dierenarts kan verschillende metingen doen om te bepalen of je hond vet of spiermassa verliest. Vervolgens kan hij precies het juiste voer voor jouw hond aanraden.

Rijpere en oudere honden kunnen last krijgen van ouderdomsgerelateerde aandoeningen zoals gewrichtsproblemen of orgaanproblemen (bijv. hart- of nieraandoeningen). Bij oudere honden gaan ook net als bij oudere mensen de hersenen achteruit. Er zijn veel therapeutische diëten met speciaal aangepaste voedingsstofprofielen die een enorm verschil kunnen maken voor de kwaliteit van leven en levensduur van je hond. Vraag de dierenarts naar deze opties als je denkt dat je hond er baat bij kan hebben.

Hondenvoer kiezen voor elke levensfase

Beslissen over wat je je hond te eten geeft, zou geen moeilijke keuze moeten zijn. Als je hulp nodig hebt bij het maken van een keuze uit de vele mogelijkheden, beperk dan eerst de opties tot de leeftijdsgroep van je hond. Raadpleeg vervolgens de dierenarts voor individuele voedingsadviezen voor je hond. De dierenarts zal rekening houden met het ras, de grootte, de gezondheid en het energieverbruik van je hond om je te helpen bij het maken van een keuze.

Omdat je zoveel van je hond houdt, zal je hem graag willen verwennen met lekkernijen en snacks. Denk eraan om je hond gezonde snacks te geven wanneer je hem traint. Hondensnacks horen niet meer dan tien procent van de voeding van je hond uit te maken. En vergeet niet om ervoor te zorgen dat je hond altijd vers, schoon drinkwater tot zijn beschikking heeft!

Over de auteur

Erin Ollila

Erin Ollila

Erin Ollila is een dierenliefhebber die gelooft in de kracht van woorden en hoe een boodschap het beoogde publiek kan informeren en zelfs transformeren. Haar teksten zijn te vinden op het hele internet en in gedrukte media. Neem contact met haar op via Twitter @ReinventingErin of lees meer over haar op http://erinollila.com.

 

Gecontroleerd door Dr. Hein Meyer, DVM, PhD, Dipl-ECVIM-CA en Dr. Emma Milne BVSc FRCVS.