De Engelse cockerspaniel is vrolijk en speels en en is graag in gezelschap van het gezin. Hij heeft wel veel beweging nodig.
In Amerika werd de Amerikaanse versie van de cockerspaniël de populairste, maar in de rest van de wereld is dat de Engelse variant.
Grootte:
Gewicht:
Reu: 12-14,5 kg
Teef: 12-14,5 kg
Schouderhoogte:
Reu: 38-43 cm
Teef: 35-40 cm
Kenmerken:
Hangoren (natuurlijk)
Verwachtingen:
Lichaamsbeweging: 20-40 minuten per dag
Energieniveau: Gemiddeld
Levensverwachting: 12-14 jaar.
Neiging tot kwijlen: Beperkt Neiging tot snurken: Laag
Neiging tot blaffen: Laag
Neiging tot graven: Laag
Sociaal/behoefte aan aandacht: Hoog
Gekweekt voor:
Op vogeltjes jagen en apporteren
Vacht:
Lengte: Gemiddeld
Kenmerken: Steil
Kleuren: Effen zwart, leverkleurig, rood, zwart en geelbruin, leverkleurig en gevlekt, tweekleurig, gevlekt, roodschimmel
Algemene behoefte aan verzorging: Hoog
Cluberkenning:
AKC-classificering: Sporten
UKC-classificering: Vogelhond
Prevalentie: Gemiddeld
De Engelse cockerspaniël is iets groter dan dan hij lang is.
Deze middelgrote hond is klein genoeg om zich door dicht struikgewas te bewegen (en op je schoot te zitten) en groot genoeg om wild te apporteren (en met je te gaan joggen). Engelse cockerspaniëls zijn tussen 35 en 43 cm groot en wegen 7 tot 8 kilogram.
Het hoofd van de Engelse cockerspaniël is lang en enigszins smal, in vergelijking met andere spaniëls. De oren zijn lang en staan laag op het hoofd. De hond heeft een zachte uitdrukking en de contouren van het gezicht hebben geen scherpe hoeken.
Het haar is middellang en voelt zacht aan. Het is lang genoeg om de onderkant van de hond in het veld te beschermen maar nooit zo lang dat het hem belemmert. De vacht van de hond komt voor in verschillende kleuren en patronen.
Persoonlijkheid:
De Engelse cockerspaniël heeft een sterk jachtinstinct behouden. Hij vindt weinig dingen leuker dan op zoek te gaan naar vogels. Toch vindt hij het haast even leuk om bij zijn gezin te zijn. Dit is een ras dat graag aan alle activiteiten van het gezin wil deelnemen. Hij is vrolijk, meegaand, trouw, gevoelig en speels; kortom, een perfecte metgezel voor een attent kind of een avontuurlijke volwassene.
Deze hond is vriendelijk naar zowel andere honden en huisdieren als naar kinderen, vreemden en zelfs inbrekers. De Engelse cockerspaniël is een vrij goede waakhond, maar zal je niet goed beschermen.
Samenleven:
De Engelse cockerspaniël werd gefokt om de hele dag op wilde vogels te jagen, te zoeken en te apporteren. Die hoeveelheid energie kan de hond niet verbranden met een korte wandeling. Deze honden hebben veel beweging nodig maar hier kunnen ze aan voldoen door enkele momenten beweging per dag in te lassen. Directe toegang tot een omheinde tuin is zeker handig.
De vacht van de Engelse cockerspaniël moet twee tot drie keer per week worden geborsteld. Om de hond er mooi te laten uitzien, moet de vacht om de paar maanden worden geknipt of geschoren rond het gezicht, de oren, de staart en de voeten.
De oren hebben speciale aandacht nodig omdat er soms wat problemen kunnen ontstaan als ze vanbinnen vochtig blijven. Als de hond eet, moeten de oren naar achteren worden gehouden met een hoofdkous (snood genaamd) om te voorkomen dat er voedsel in de uitwaaierende punten blijft steken.
Geschiedenis:
Spaniëls waren een van de eerste honden die gefokt werden om te helpen bij het vangen van vogels. Het is een grote groep met vele rassen die gespecialiseerd zijn in de jacht op verschillende soorten vogels op verschillende terreinen.
De rassen die gespecialiseerd waren in de landjacht werden verdeeld in grotere en kleinere spaniëls, waarbij de kleinere spaniëls gespecialiseerd waren in de jacht op houtsnip. Er werd geen poging gedaan om de twee groottes apart te fokken, en beide kwamen regelmatig voor in dezelfde nesten. Met de komst van hondenshows leverde dit problemen op, en in 1892 werden de twee variëteiten van landspaniëls als afzonderlijke rassen beschouwd, waarbij de kleinere variëteit de cockerspaniël werd genoemd.
Toen de cockerspaniël naar Amerika kwam, wilden de plaatselijke fokkers een ras dat er anders uitzag dan de traditionele cockerspaniël uit Engeland. De spaniëls in de twee landen liepen uit elkaar en in 1936 werden ze opgesplitst in aparte variëteiten. Dat betekende dat ze met elkaar konden worden gekruist, maar dat ze afzonderlijk zouden worden tentoongesteld. Omdat bijna niemand ervoor koos de rassen te kruisen, werden ze in 1946 opgesplitst in aparte rassen. In Amerika werd de Amerikaanse versie van de cockerspaniël de populairste, maar in de rest van de wereld is dat de Engelse variant.