De Boykin-spaniël is een levendige, vriendelijke hond die zich openstelt voor mensen en kinderen. Hij heeft nood aan een tuin om in te spelen of een stevige dagelijkse wandeling.
De Boykin lijkt eindloos veel energie te hebben en heeft veel beweging nodig.
Grootte:
Gewicht:
Reu: 14,5 - 17,5 kg
Teef: 13,5 - 16,5 kg
Schouderhoogte:
Reu: 43 cm
Teef: 40,5 cm
Kenmerken:
Hangoren (natuurlijk)
Verwachtingen:
Lichaamsbeweging: 40 minuten per dag
Energieniveau: hoog
Levensverwachting: 925
Neiging tot kwijlen: Beperkt Neiging tot snurken: Laag
Neiging tot blaffen: Laag
Neiging tot graven: Laag Sociaal/ behoefte aan aandacht: Gemiddeld
Gekweekt voor:
Apporteren van kalkoenen
Vacht:
Lengte: Gemiddeld
Kenmerken: Krullig, golvend
Kleuren: Leverkleurig
Algemene behoefte aan verzorging: Gemiddeld
Cluberkenning:
UKC-classificering: Vogelhond
Prevalentie: Gemiddeld
De Boykin-spaniël is een middelgrote bruine hond met flaporen van een spaniël en een donkerleverbruine vacht.
De vacht is middellang en gematigd krullend. Een deel van de vacht heeft een lichtere rode kleur. De legende gaat dat de bruine vacht van de spaniël werd ingefokt als camouflage wanneer hij tijdens de jacht tegen de grond lag.
De Boykin-spaniël is een stevige maar beweeglijke hond met een gemiddelde bouw. Het teefje is 35,5 tot 40,5 cm groot en de reu is 38 tot 45 cm groot. Het gemiddelde gewicht ligt tussen 11 en 18 kilogram.
Persoonlijkheid:
De typische Boykin-spaniël is zachtaardig en wil zijn baasje graag tevreden stellen. Hij is een geboren jager, maar ook een levendige, vriendelijke metgezel in huis. De Boykin stelt zich open voor mensen en kinderen, maar het is wel aangewezen om hem vroeg met hen in contact te laten komen. Het ras zit vol energie en heeft een tuin nodig om in te spelen of tenminste een stevige dagelijkse wandeling. De Boykin is gemakkelijk te trainen en zou op jonge leeftijd een basisgehoorzaamheidstraining moeten krijgen. Hij is een fantastische zwemmer en een snelle leerling die graag een taakje krijgt. Boykin-spaniëls zijn dolenthousiast om te jagen en perfect voor een gezin dat regelmatig gaat jagen of kamperen.
Samenleven:
Zoals de meeste sportieve rassen maken Boykin-spaniëls gemakkelijk de overgang van jachtgezel naar gezinshuisdier. Zijn uithoudingsvermogen, zelfs bij warm weer, en zijn gretigheid om zijn baasje tevreden stellen maken hem erg geliefd bij jagers in het veld. Toch is de Boykin is thuis net zo aangenaam. Doordat hij niet erg groot is, kan een gezin zijn hond meenemen op heel wat uitstapjes. Boykins hebben veel beweging nodig omdat aan hun energie geen einde lijkt te komen.
De vacht is halflang en moet wekelijks worden geborsteld en af en toe worden verzorgd om hem netjes te houden.
Geschiedenis:
Begin 1900 gebruikten jagers op de Wateree River in South Carolina vaak kleine boten om te kunnen jagen op het wild rond de rivier. De boten zaten al vol met mannen, geweren en proviand, dus de typische grote retriever was gewoon te groot om mee te nemen. De Boykin-spaniël werd in die tijd gefokt als de ideale hond voor de jacht op wilde kalkoen en watervogels. Hij was niet erg groot zodat hij perfect mee kon reizen in eenmansboten.
De eerste Boykin-spaniël was naar verluidt een kleine spaniëlachtige zwerfhond van een man in Spartanburg, South Carolina. Nadat de hond aanleg voor de jacht begon te vertonen, stuurde de man zijn hond met de naam "Dumpy" naar zijn jachtpartner Whit Boykin. Onder zijn hoede werd "Dumpy" een uitstekende hond voor de jacht op kalkoen en watervogels. De Boykin-spaniël werd zo bekend als uitstekende jachthond dat South Caroline hem uitriep tot de officiële hond van de staat. Uiteindelijk werd "Dumpy" de stamvader van het ras. Andere voorlopers van het ras zijn de Chesapeake Bay retriever, de cockerspaniël en de Amerikaanse waterspaniël.
