Schipperkes zijn actieve, intelligente en nieuwsgierige honden die best wel koppig kunnen zijn. Ze zijn perfect voor eigenaars die op zoek zijn naar een kleine, actieve hond die geen grote tuin nodig heeft.
In de jaren 1690 werd het schipperke populair bij schippers en kreeg het zijn kenmerkende naam.
Grootte:
Gewicht:
Reu: 6-7,5 kg
Teef: 5,5-7 kg
Schouderhoogte:
Reu: 30 cm
Teef: 28 cm
Kenmerken:
Opstaande oren (natuurlijk)
Verwachtingen:
Lichaamsbeweging: 40 minuten per dag
Energieniveau: Erg actief
Levensverwachting: 12-16 jaar
Neiging tot kwijlen: Beperkt Neiging tot snurken: Laag
Neiging tot blaffen: Hoog
Neiging tot graven: Laag Sociaal/ behoefte aan aandacht: Hoog
Gekweekt voor:
Schippershond
Vacht:
Lengte: Gemiddeld
Kenmerken: Dubbele vacht, steil
Kleuren: Zwart
Algemene behoefte aan verzorging: Gemiddeld
Cluberkenning:
AKC-classificering: Niet voor sporten
UKC-classificering: Gezelschapshond
Prevalentie: Gewoon
Schipperkes zijn kleine honden met een gewicht tussen vijf en zeven kilogram. Een reu heeft een schouderhoogte van 28 tot 33 cm. Teefjes zijn iets kleure en 25 tot 30 cm groot.
Schipperkes hebben een opvallend figuur, aflopend van het hoogste punt van de schoft naar de basis van de staart. Hun hoofd lijkt op dat van een vos. Ze hebben een diepe borst, kleine poten en geen staart. Bij schipperkes die met een staart worden geboren, wordt deze gecoupeerd tot 2,5 cm. Schipperkes zijn meestal volwassen op de leeftijd van één tot twee jaar, hoewel ze hun volledige grootte bereiken rond zes tot acht maanden.
De vacht van het schipperke heeft een halflange bovenvacht en een dikke ondervacht of dubbele vacht. Hij is effen zwart en is gemakkelijk te verzorgen met één keer per week borstelen en kammen. Schipperkes hebben een langere vacht op de hals en borst en langs de ledematen. Ze verharen twee keer per jaar. Schipperkes moeten één keer per maand - en vaker als ze vuil zijn - gewassen worden.
Persoonlijkheid:
Schipperkes zijn actieve en nieuwsgierige honden. Vanwege hun geschiedenis als gezelschapsdieren zijn schipperkes geen goede kennelhonden en zijn ze liever bij hun baas. Schipperkes zijn zeer intelligent. Ze hebben activiteiten nodig om hen bezig te houden en destructief gedrag zoals overmatig blaffen, kauwen en graven te vermijden.
Hoewel ze erg intelligent, kunnen ze ook koppig zijn. Beginnende baasjes kunnen moeite hebben ze te trainen zonder de hulp van een ervaren trainer Schipperkes hebben een omheinde tuin nodig en moeten aangelijnd zijn als ze niet opgesloten zijn. Ze komen misschien niet als ze geroepen worden.
Samenleven:
Schipperkes hebben veel contact met mensen nodig. Ze kunnen agressief zijn tegen honden. Het is dan ook belangrijk dat je de hond socialiseert voordat je een andere hond in huis neemt. Door het vele jagen op ongedierte op schepen en in winkels hebben schipperkes een grote prooidrift voor knaagdieren, vogels en reptielen. Ze moeten daarom ook uit de buurt van andere dieren gehouden worden.
Ze zijn goede waakhonden maar blaffen vaak overmatig. Ze zijn terughoudend ten opzichte van vreemden. Vanwege hun grootte zijn het geen goede beschermhonden. Ze houden er niet van om ruw behandeld te worden en kunnen bijten als ze schrikken of geplaagd worden. Schipperkes zijn perfect voor eigenaars die op zoek zijn naar een kleine, actieve hond die geen grote tuin nodig heeft. Ze kunnen tevreden zijn met wandelingen en apporteerspelletjes. Dit ras kan niet goed voor langere tijd alleen zijn. Schipperkes worden meestal tussen 12 en 16 jaar oud.
Geschiedenis:
Het schipperke is een oud Belgisch ras dat enkele honderden jaren teruggaat. De eerste vermelding van het schipperke was van een monnik in de jaren 1400. In 1690 hielden gildearbeiders in Brussel een show met het schipperke, toen bekend onder de naam spits of spitske.
Het schipperke werd snel populair bij schippers en kreeg zijn bijpassende naam.Deze hond, die vaak de "kanaalboothond" werd genoemd, was ook erg populair bij handelaars.
In 1885 raakte koningin Marie Henriette, de vrouw van Leopold II, gecharmeerd door deze kleine honden. De populariteit van het ras groeide bij de hogere klassen en het verspreidde zich snel naar Engeland. Walter J. Comstock importeerde het schipperke in 1888 in Amerika. In 1929 werd de Schipperke Club of America opgericht.