De Oude Engelse herdershond is slim, maar onafhankelijk met gevoel voor humor. Hij vereist een behoorlijke hoeveelheid beweging plus vroege training en socialisatie zijn een must.
Vanwege hun gevoel voor humor zijn Oude Engelse herdershondeb verschenen in vele films, tv-shows en tekenfilms.
Grootte:
Gewicht:
Reu: 32-40 kg
Teef: 27 - 36 kg.
Schouderhoogte:
Reu: 56 cm
Teef: 53 cm
Kenmerken:
Hangoren (natuurlijk).
Verwachtingen:
Lichaamsbeweging: 20-40 minuten per dag
Energieniveau: Gemiddeld
Levensverwachting: 10-12 jaar
Neiging tot kwijlen: Beperkt Neiging tot snurken: Laag
Neiging tot blaffen: Gemiddeld
Neiging tot graven: Laag Sociaal/ behoefte aan aandacht: Hoog
Gekweekt voor:
Schapen en vee hoeden
Vacht:
Lengte: Lang
Kenmerken: Dubbele vacht, krullend
Kleuren: Zwart met of zonder wit, grijs/voskleurig, blauw. blue merle, met of zonder witte markeringen
Neiging tot verharen: Gemiddeld
Algemene behoefte aan verzorging: Hoog
Cluberkenning:
AKC-classificering: Hoeden
UKC-classificering: Herdershond
Prevalentie: Gewoon
De Oude Engelse herdershond lijkt misschien een grote pluizenbol, maar onder die pluizenbol schuilt een robuuste hond.
De hoogte begint bij 56 cm en gaat omhoog, en het gewicht gaat tot 41 kg. Deze honden zijn vrij vierkant, en een geschoren Oude Engelse herdershond heeft mooie verhoudingen. De bovenste lijnen hebben de neiging af te hellen van de lendenen naar de schoft.
De oren hangen naar beneden en de staart is zo dicht mogelijk bij het lichaam gecoupeerd. De ogen zijn donker en ondeugend, wanneer u ze ziet onder de zware pony. De vacht is dik, dicht en overvloedig. Honden in "showvacht" houden hun lange, pluizige vacht, maar veel huisdieren worden kaalgeschoren voor het gemak van de verzorging. Kleuren zijn beperkt tot blauw- of grijstinten met wit.
Dit zijn tamelijk langzaam volwassen wordende honden, die op ongeveer eenjarige leeftijd de volwassen lengte bereiken, maar pas na twee of drie jaar helemaal volgroeid zijn. Veel Oude Engelse herdershond worden 12 of 14 jaar oud.
Persoonlijkheid:
Oude Engelse herdershonden zijn slimme maar onafhankelijke honden. Ze kunnen een sterke wil hebben en hebben een stevige hand nodig om hen op het juiste pad te houden. Ze hebben een opmerkelijk gevoel voor humor en lijken te genieten van de ontzetting van hun baasje over hun capriolen.
Hoewel ze niet als waakhond worden beschouwd, kunnen sommige Oude Engelse herdershonden beschermend zijn. Ze blaffen luid en sommige worden hinderlijke blaffers. Honden die niet genoeg beweging of mentale uitdaging krijgen zullen gaan graven en kauwen.
Oude Engelse herdershonden gedijen het best wanneer ze een vroege socialisatie krijgen met zowel andere huisdieren als mensen. Ze kunnen enigszins agressief zijn tegenover andere honden, vooral de reuen. Een stijging van hun populariteit in de jaren 1970 was niet de beste zaak voor het ras, en gerenommeerde fokkers werken er hard aan om het gewenste evenwichtige temperament te herstellen.
Samenleven:
Oude Engelse herdershonden hebben de neiging gemakkelijk op gewicht te blijven, wat in het algemeen zo is voor werkhonden. Ze hebben een lichte neiging om dik te worden, dus let op de calorieën. Het kan moeilijk zijn om hun gewicht nauwkeurig te bepalen, vooral als de honden hun volle vacht behouden.
Vachtverzorging is een belangrijk punt bij dit ras. Het in showconditie houden van de vacht is een serieus engagement, waarvoor regelmatig baden, vachtbehandelingen en dagelijkse verzorging nodig zijn, evenals het beperken van de activiteiten van de hond. De meeste baasjes kiezen ervoor de vacht één of twee keer per jaar te scheren. Gelukkig zien Oude Engelse herdershonden er mooi uit wanneer ze geschoren zijn.
Oude Engelse herdershonden vereisen een behoorlijke hoeveelheid beweging, vooral wanneer ze jong zijn. Training is een must, samen met veel socialisatie. Deze honden vereisen een stevige, geduldige hand en zijn niet ideaal voor mensen die voor het eerst een hond nemen. Ze zijn gefokt als serieuze werkhonden en zijn het gelukkigst als ze taken te doen hebben, of dat nu gehoorzaamheidswedstrijden zijn of het hoeden van een kudde.
Geschiedenis:
De Oude Engelse herdershond kreeg zijn moderne uiterlijk in de gebieden Devon en Somerset in Engeland, maar het ras is waarschijnlijk ten minste gedeeltelijk afkomstig van de continentale herdershonden die schapen hoedden. Ongeveer 200 jaar geleden ontstond in Engeland de behoefte aan een grote hond die niet alleen vee en schapen kon hoeden, maar ook om grote roofdieren zoals wolven af te houden. Omdat dit "werk"honden waren, werden hun staarten gecoupeerd of geknot om hun belastingvrijstelling aan te geven, en vandaar de bijnaam "bobtails".
De Oude Engelse herdershond moest dieren vele kilometers naar de markt drijven en ontwikkelde een speciale tred, de amble of pace, om efficiënt kilometers af te leggen. Hun dikke vacht was gemakkelijk te onderhouden door deze eenvoudig af te scheren wanneer de schapen elk voorjaar werden geschoren.
Oude Engelse herdershonden staan bekend om hun gevoel voor humor en zijn verschenen in vele films en televisieshows. In "Please Don't Eat the Daisies" speelde een Oude Engelse herdershond de hoofdrol, en veel tekenfilms zoals "Dennis the Menace" en "For Better or For Worse" hebben een Oude Engelse herdershond als hoofdpersonage.