De puli is actief, intelligent, zelfverzekerd, zelfingenomen en manipulatief, maar toch ook hevig toegewijd aan zijn gezin. Hij blijft gelukkig en speels tot op hoge leeftijd.
Als herdershond heeft de puli de neiging om te cirkelen. Hij probeert vaak mensen te "hoeden" door hen letterlijk op de hielen te zitten.
Grootte:
Gewicht:
Reu: 11-16 kg
Teef: 11-16 kg
Schouderhoogte:
Reu: 43 cm
Teef: 40 cm
Kenmerken:
Hangoren (natuurlijk)
Verwachtingen:
Lichaamsbewegingsvereisten: 40 minuten per dag
Energieniveau: Erg actief
Levensverwachting: 12-16 jaar
Neiging tot kwijlen: Beperkt Neiging tot snurken: Laag
Neiging tot blaffen: Hoog
Neiging tot graven: Laag Sociaal/ behoefte aan aandacht: Hoog
Gekweekt voor:
Hoeden
Vacht:
Lengte: Lang
Kenmerken: Gekruld, koorden
Kleuren: Effen zwart, roestig zwart, grijs, wit
Algemene behoefte aan verzorging: Hoog
Cluberkenning:
AKC-classificering: Hoeden
UKC-classificering: Herdershond
Prevalentie: Zeldzaam
De puli is een middelgrote, actieve hond met een uniek uiterlijk.
Hij draagt zijn staart strak gekruld over de rug van zijn koordvacht. Soms is het moeilijk te zeggen of hij komt of gaat, wat hem in het Engels de bijnaam 'push-me, pull-me' heeft opgeleverd.
De dichte, weerbestendige vacht is overvloedig aanwezig op alle delen van het lichaam. De buitenvacht is golvend of krullend maar nooit zacht. De ondervacht is zacht, wollig en dicht. De vacht klit gemakkelijk samen en zal, als ze van nature mag blijven groeien, koorden vormen bij volwassen honden. De koorden zijn wollig en variëren in vorm en dikte, plat of rond, afhankelijk van de textuur van de vacht en de verhouding tussen ondervacht en bovenvacht. Op latere leeftijd (4 tot 5 jaar) kan de vacht vrij lang worden en zelfs tot op de grond komen. De koorden verharen niet, waardoor de hond hypoallergeen is.
De vacht van de puli kan variëren in kleur van roestzwart, zwart, wit en alle tinten grijs. De volledig gepigmenteerde huid heeft een blauwachtige of grijze schijn, ongeacht de vachtkleur.
Het gewicht van een puli hangt af van de hoogte (38 tot 43 centimeter voor teven en 40 tot 45 centimeter voor reuen) en de hoeveelheid vacht. Een volledig volgroeide vacht kan tussen twee en drie kilogram wegen.
Persoonlijkheid:
Deze actieve, intelligente, zelfbewuste, zelfingenomen en manipulatieve hond is fel toegewijd aan zijn familie en vrienden. De puli is een uiterst intelligente hond met gevoel voor humor en zal tot op hoge leeftijd vrolijk en speels blijven. De hond is vooral de perfecte metgezel die gefokt is als kompaan voor herders die in geïsoleerde bergachtige gebieden werken. De puli kan zowel extravert als discriminerend zijn in zijn omgang met mensen buiten het gezin.
Naast een herdershond is de puli vooral een familievriend die waakt over het gezin en de kudde. Deze hond zet zijn gezin altijd op zijn eerste plaats en houdt altijd een oogje in het zeil, of hij nu iets aan het onderzoeken is, met zijn kudde werkt of alarm slaat. De puli is een goede waakhond maar zal meestal niet ongepast gaan blaffen.
Samenleven:
Als herdershond heeft de puli de neiging om te cirkelen en vrij actief te zijn. Het zal vaak proberen om mensen te "hoeden" door ze letterlijk op de hielen te zitten. Met goede training en dagelijkse lichaamsbeweging is de puli een uitstekend metgezel voor het gezin.
Vanwege zijn dichte koordvacht is de puli erg gevoelig voor oververhitting. Let goed op als de hond in een zwembad of vijver gaat zwemmen en help hem uit het water als hij moe wordt. Het wassen en drogen van de koordvacht kan een hele klus zijn.
Geschiedenis:
De puli (meervoud pulik) is een oud Hongaars ras van Aziatisch oorsprong. Pulik zouden afstammen van de Tibetaanse terriër. De Tibetaan werd voor 900 na Christus naar Hongarije gebracht door nomadenstammen. De naam "puli" betekent zowel "veedrijver" als "vernietiger".
Kleur en grootte speelden een enorme rol in de ontwikkeling van de puli als herdershond. De lichter gekleurde pulik bewaakten de kuddes tegen rovers en wilde dieren. De donker gekleurde puli werd gebruikt om kuddes doorheen de dag te drijven en hoeden. Het ras heeft altijd bekend gestaan om zijn herdersinstincten.
De hondenfokkerij in Hongarije werd bijna volledig vernietigd tijdens de Tweede Wereldoorlog maar toen had de puli zijn plaats als gezelschapsdier al verdiend. De honden werden meegenomen naar andere landen. Vooral in Noord-Amerika werd er verder gefokt om het ras te behouden. In 1935 werden enkele exemplaren van het ras ingevoerd in de Verenigde Staten om te worden gebruikt in een experiment met kuddebewakingshonden. Hoewel die experimenten door Wereldoorlog II onderbroken werden, hadden de honden een impact gemaakt in Amerika.